Pagina's

Ciguatera

Ciguatera is een ziektebeeld dat kan ontstaan door het consumeren van vis die die de natuurlijke neurotoxines ciguatoxine (CTX), maitotoxine (MTX) of scaritoxine (CTX4A) bevat. Deze gifstoffen worden niet door de vissen zelf aangemaakt, maar door zogenaamde eencellige dinoflagellaten die zich aan dode algen hechten die op koraal hebben gegroeid. Het gaat vooral om diverse soorten van het geslacht Gambierdicus, al is Gambierdiscus toxicus de meest genoemde dader.
Wanneer vissen deze algen opeten, wordt de gifstof opgeslagen in het lichaam van de vissen. Eten grotere roofvissen die besmette vissen op, dan ontstaan steeds grotere concentraties. Vooral toppredatoren als barracuda en makreel hebben soms grote concentraties ciguatoxine in hun lichaam opgebouwd.

Zowel ciguatoxine, maitotoxine als scaritoxine is hittebestendig (koken, bakken of invriezen verwijdert het gif niet) en is onzichtbaar en geurloos (je kunt de giftige vis niet onderscheiden van gezonde vis).

Ciguatera veroorzaakt wereldwijd de meest voorkomende niet-bacteriële zeevoedselvergiftiging met jaarlijks zo'n 10,000 tot 50,000 gerapporteerde gevallen[1].

Symptomen
De symptomen van ciguatera kunnen vrij snel ontstaan en pakken verschillende delen van het menselijk lichaam aan: - Neurologisch: Tintelingen in mond, handen en voeten, omgekeerde temperatuurgevoeligheid (koud voelt warm, warm voelt koud), spierpijn, verwarring. - Gastro-intestinaal: Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. - Cardiovasculair: Lage bloeddruk (bradycardie). - Langdurig: Symptomen kunnen maanden tot jaren aanhouden, soms met terugkerende neurologische klachten. Bij een minderheid van de patiënten kunnen chronische klachten aanhouden. - Soms is zelfs een fatale uitkomst niet te vermijden.

Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling en het enige wat gedaan kan worden bij een geval van ciguatera is het behandelen van de afzonderlijke symptomen. Voor sommige symptomen bestaat zelfs geen behandeling.

Preventie
Preventie is de enige manier om te voorkomen dat je te maken krijgt met ciguatera. Vermijd het eten van grote roofvissen, die mogelijk afkomstig zijn uit risicogebieden (tropische of subtropische koraalriffen).

Ben je op vakantie naar een (sub)tropische bestemming, kijk dan scherp naar potentiële symptomen en signalen van deze vergiftiging bij lokale bewoners. Ciguateravergiftiging werd incidenteel in Nederland gerapporteerd[2].

[1] Perkins et al: Ciguatera poisoning: A review of the ecology and detection methods for Gambierdiscus and Fukuyoa species in Harmful Algae - 2024
[2] De Fouw et al: Ciguatera fish poisoning: a review - RIVM report - 2001. Zie hier.

Haringwormziekte

Haringwormziekte, ook wel bekend als Anisakiasis, is een parasitaire infectie van het maag-darmkanaal, veroorzaakt door het eten van rauwe of onvoldoende verhitte vis die was besmet met de larven van haringworm, een nematode. Maar een haringworm is geen enkele soort, maar een hele serie nematodes die ondervedeeld zijn in zogenaamde complexen. Je hebt het Anisakis simplex complex, het Pseudoterranova decipiens complex en het Contracecum osculatum complex. Binnen die complexen bestaan nauwelijks van elkaar te onderscheiden soorten nematoden.
Haringwormen komen voor in – jawel – haring, maar ook in kabeljauw en makreel.

Voor de invoering van de verplichting om haring na vangst in te vriezen kwam haringziekte in Nederland regelmatig voor. Maar die verplichting geldt niet voor kabeljauw en makreel. In landen waar veel rauwe vis (denk: sushi) wordt gegeten is de haringwormziekte nog steeds een regelmatig voorkomend probleem.

Symptomen
Aanvankelijke symptomen binnen een paar uur na inname zijn misselijkheid, overgeven en hevige buikpijn. Als de larven de darmen bereiken kan na twee weken een ernstige reactie optreden met symptomen die doen denken aan de ziekte van Crohn.

Behandeling
Voor de worm zijn mensen een parasitair doodlopende weg. De larven van de haringworm kunnen niet overleven bij mensen en zullen uiteindelijk sterven. De behandeling is daarom in de overgrote meerderheid van de gevallen louter symptomatisch.

Histamine Intoxicatie

Een histamine-intoxicatie, ook wel scombroid poisoning genoemd, wordt veroorzaakt door het eten van vis die niet correct bewaard werd en waarin een verhoogde hoeveelheid histamine voorkomt.
Bekende vissen, waarbij dit ziektebeeld vaker zal voorkomen, zijn bijvoorbeeld tonijn, makreel, sardine, ansjovis, bonito en haring. Deze vissen bevatten van nature een hoog histidinegehalte, dat wordt omgezet in histamine wanneer er bacteriegroei optreedt tijdens onjuiste opslag[1]. Koken, roken of invriezen verwijdert de histamine niet.

Maar denk niet dat alleen vis verantwoordlijk kan zijn voor een histamine intoxicatie. Ook garnalen en zelfs kaas, vooral blauwschimmelkaas, kunnen een bron van histamine zijn als deze te lang op kamertemperatuur bewaard worden[2].

Historie
Het ziektebeeld werd al in 1828 beschreven bij Britse zeelieden die kort na het eten van bonito hoofdpijn, hartkloppingen en een rood gelaat vertoonden. Vooral in de vijftiger jaren van vorige eeuw werden vrij veel gevallen gerapporteerd in Japan, in Amerika, maar ook in Europa en Afrika. Ook tegenwoordig komt histamine intoxicatie regelmatig voor.

Symptomen
Bij een histamine-intoxicatie gaat het meestal om een mild ziektebeeld, maar hart- en ademhalingsproblemen komen toch ook wel voor. De ziekte begint 10 tot 120 minuten na het eten van niet correct bewaarde vis. Eén van de eerste symptomen is een peperachtige metaalsmaak die gepaard kan gaan met een afwijkende, gevoelloze, prikkelende of tintelende sensatie in de mond.

Kort daarop kan er een kloppende hoofdpijn ontstaan die vergezeld kan gaan van draaierigheid, hartkloppingen, zweten, jeuk, slikstoornissen, dorst, uitslag (vooral op het bovenlichaam), en roodheid (flushing) van het gelaat. Minder frequent worden klachten zoals braken, diarree, en buikpijn vermeld. Soms is er sprake van een uitgesproken angstgevoel.
Behandeling
Een histamine-intoxicatie wordt beschouwd als een zelflimiterende ziekte met een ziekteduur van minder dan twaalf uur. Naast behandeling met antihistaminica is ook het toedienen van adrenaline en corticoïden of het geven van andere supportieve behandelingen aangewezen.

In ons land wordt histamine-intoxicatie niet systematisch gerapporteerd en geregistreerd. Vermoedelijk wordt de ziekte in belangrijke mate ondergediagnosticeerd en ondergerapporteerd.

[1] Feng et al: Histamine (Scombroid) Fish Poisoning: a Comprehensive Review in Clinical Reviews in Allergy and Immunology - 2016
[2] Tsakona: Histamine poisoning and cheese in Clinical and Translational Allergy – 2015. Zie hier.

Geep

De geep (Belone belone) wordt niet gezien als een gevaarlijke vis. Het is een lange, slanke vissoort die tot ongeveer 75 centimeter lang kan worden. Die lengte wordt ook mede bepaald door zijn lange bek met vervaarlijke tanden, een aanwijzing dat de geep een jager is. Uiterlijk is de geep blauwgroen met een zilvergrijze onderzijde. Opvallend is dat de graten groen zijn en dat is het gevolg van de aanwezigheid van biliverdine. Bij mensen zien we datzelfde groene pigment terug als blauwe plekken na verloop van tijd van kleur veranderen en naar geel of groen verkleuren.
De geep jaagt in de bovenste waterlagen op kleinere vissoorten zoals jonge haringen en kabeljauwen.

Zowel het eerste als het tweede deel van de wetenschappelijke naam, Belone, is uiteindelijk afkomstig uit het Oudgrieks, waar belónē (βελόνη) 'naald' betekende. Tegelijkertijd is 'naaldvis', naast 'groengraat', een van de bijnamen van de geep.

Hoewel er niet op de geep gevist wordt, verdwaalt hij met enige regelmaat in de netten van vissermannen. Ze zijn eetbaar en worden gekookt, gebakken, gerookt en gebarbecued.

Toch zit er volgens sommigen een duister kantje aan de geep. Als ze namelijk met een hengel worden gevangen, springen ze vaak uit het water in een poging te ontsnappen aan de haak. Er gaan verhalen dat vissers gespiest werden door zo'n springende geep en het niet overleefden[1]. Een lange scherpe bek aan een paar kilo vis kan inderdaad behoorlijk wat schade aanrichten in het menselijk lichaam als hij met voldoende snelheid aan komt vliegen.

Een ander punt is dat sommige onderzoekers menen dat het vlees van de geep ietwat giftig kan zijn. Als een vis bij te hoge temperaturen wordt bewaard zal histamine gevormd worden in het spierweefsel van die vis. Die histamine fungeert als een soort alarm waarmee het immuunsysteem waarschuwt dat er een vreemd lichaam of infectie een bepaald gebied van het lichaam aanvalt. Na het consumeren van zo'n geep komt die histamine ons lichaam binnen en daar heeft het een aantal vervelende symptomen tot gevolg. Men noemt dat een scombroïdevergiftiging (van het Griekse woord skombros wat 'tonijn of 'makreel' betekent). Bij de symptomen moet je denken aan diarree, opvliegers en transpireren, erytheem, misselijkheid, braken, hoofdpijn, maagpijn, palpitaties, mondbranden, gezichtszwelling, netelroos (urticaria), koorts, duizeligheid, benauwdheid, hypotensie en zeer zeldzaam een anafylactische shock, wat een ernstige allergische reactie is[2].

Maar als het lijkt op een scombroïdevergiftiging, zou het dan niet logischer zijn dat het dan ook daadwerkelijk een scombroïdevergiftiging is?

[1] McCabe et al: A Fatal Brain Injury Caused by a Needlefish in Neuroradiology - 1978
[2] Schornagel, ten Kate: Scombroïde-intoxicatie na het eten van tonijn in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde - 2001

Koraalduivel [2]

De koraalduivel (Pterois volitans) wordt in Engelstalige landen de red lionfish genoemd. Zijn oorspronkelijke domein was ooit beperkt tot de Indische Oceaan, de Rode Zee, de kustwateren van Zuid-Afrika en oostelijk van het Indonesische eiland Sumatra. Koraalduivels kunnen wel 15 jaar oud worden en de grootste exemplaren zullen een lengte zo'n 40 centimeter bereiken. De koraalduivel heeft nauwelijks natuurlijke vijanden en de enige twee soorten die hem op het menu hebben staan zijn zijn grotere soortgenoten en de mens.

De koraalduivel was ooit een gewilde aquariumvis en dat heeft in het Caraïbisch gebied al tot grote problemen geleid. Zie hier. Doordat het Suezkanaal in verbinding staat met de rode Zee en de Indische Oceaan zijn koraalduivels er nu ook in geslaagd om de Middellandse Zee te bereiken. De eerste waarneming stamt uit 2015. Uiteraard waren het Cyprus en enkele Griekse eilanden waar men als eerste te maken kreeg met de koraalduivel, maar in 2017 was zijn domein al uitgebreid tot Italië.

De giftige stekels van de vis scheiden een krachtig op eiwit gebaseerde gifstof uit. Dat gif zorgt voor een allergische reactie. Eigenlijk zijn die beesten zo giftig dat ze zelfs dodelijk kunnen zijn voor de mens. Bovendien kan een dood exemplaar kan nog steeds een vergiftiging opleveren.

Soms worden over de koraalduivel ondoordachte artikeltjes geschreven, waar de schrijver bijvoorbeeld Engelstalige bronnen heeft gebruikt. Dan ontstaan er soms wat problemen. Zo'n artikel spreekt dan van de rode koraalduivel (Pterois antennata), waarvan het leefgebied de tropische delen van de Indische en westelijke Stille Oceaan beslaat.

De rode koraalduivel (Pterois antennata) is een heel andere soort dan de red lionfish (Pterois volitans), die hier eigenlijk de gewone koraalduivel genoemd zou moeten worden.

Zwarte pacu

De zwarte pacu (Colossoma macropomum) wordt ook wel tambaqui genoemd en is een zoetwatervis uit de familie van de echte piranha's (Serrasalmidae). De vis kan een lengte bereiken van meer dan een meter. De zwarte pacu is inheems in de stroomgebieden van een tweetal rivieren in Zuid-Amerika, de Amazone en de Orinoco. Maar hij is populair in de Zuid-Amerikaanse keukens en westerse aquaria en dus wordt hij in visvijvers gekweekt in vrijwel geheel tropisch Zuid-Amerika. En raad eens wat er vaak gebeurd is: exemplaren ontsnapten met enige regelmaat en bevolkten een nieuwe rivier.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Colossoma, is van Griekse herkomst. Kolos betekent 'kort' en soma betekent 'lichaam. Het verklaart de wat gedrongen lichaamsbouw van het geslacht. Het tweede deel, macropomum, is ook al een combinatiewoord uit het Grieks, waar macros zoiets betekent als 'erg goed in' en pomum is dan 'iedere soort fruit'. Met andere woorden: deze soort is een veelvraat wat fruit betreft.

In Papoea-Nieuw-Guinea dachten sullige wetenschappers dat deze vissensoort een belangrijke aanvulling op het dieet van de inheemse bevolking kon zijn. In de rivieren zwommen kennelijk te weinig vissen en een zwarte pacu werd gezien als een delicatesse. Bovendien was de zwarte pacu een vegetariër en dus was hij geen bedreiging voor die inheemse vissen. En raad eens wat er gebeurd is: de zwarte pacu's vraten alle vegetatie op, kregen honger en begonnen toen maar aan de vissen. Diezelfde hongerige zwarte pacu is ondertussen zelfs verantwoordelijk voor aanvallen op mensen, want de wetenschappers waren voor het gemak even vergeten dat hij tot de piranha's behoorde.
Gelukkig, zo zou je verwachten, zijn mensen daarna wijzer geworden en hebben besloten om zich verre te houden van de zwarte pacu. Niet dus. Omdat hij zo heerlijk smaakt wordt de soort in landen als Thailand ook al in visvijvers opgekweekt. En raad eens wat er vaak gebeurd is: exemplaren ontsnapten met enige regelmaat en bevolkten een Thaise rivier.

En dus zien we hier een perfect voorbeeld van een exoot die men willens en wetens voor geldelijk gewin of als gevolg van een beneveld wetenschappelijk brein over de hele wereld heeft versleept.

Gelukkig, zo zou ik deze column moeten beëindigen, komt de zwarte pacu in Nederland niet voor want de soort houdt van tropische omstandigheden. En raad eens wat er gebeurd is: Karpervisser Frank Avezaat meldde via het vangstenregistratieplatform MijnVISmaat een wel heel bijzondere vangst. Hij ving op 30 juli 2013 een zwarte pacu van 44 centimeter lang. Hoe deze vis in een visvijver in Noord-Brabant is beland is niet zeker, maar vermoedelijk is deze uitgezet door een aquariumhouder die hem te groot vond worden.

De melding eindigt met de verzuchting dat de zwarte pacu de winter niet zal kunnen overleven. Was het u ook al opgevallen dat onze vaderlandse winters niet meer zijn wat ze ooit geweest zijn?

Hazenkopvis

Jaren geleden had ik hier al mijn twijfels geuit of kogelvissen niet in Nederlandse wateren zouden voorkomen. Mijn vermoedens lijken nu te zijn uitgekomen met de vondst van een vers dood exemplaar op het strand van Texel.

Het betrof een kogelvis (Lagocephalus lagocephalus), die nog niet eerder in de Noordzee was aangetroffen en daardoor zat men al direct met de handen in het haar: de vis had nog niet eens een Nederlandse soortnaam.

Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Lagocephalus, is een combinatiewoord: het Oudgriekse lagōs ('haas') en het Latijnse cephalicus ('hoofd'). Samen is dat dus hazenhoofd of hazenkop. Laten we maar besluiten om het beest de hazenkop of hazenkopvis te gaan noemen. Het tweede deel, lagocephalus, is gelijk aan het eerste deel. Het is dus de naamgevende soort binnen het geslacht.
[Foto: A.M. Arias]
Precies zoals ook bij de verklaring van de naam fugu ‘klein zwijn’ het geval was, is ook de hazenkopvis geen mooie vis om te zien. De gevonden vis was 51 centimeter lang. De gestekelde buik en de uit vier tanden bestaande papegaaienbek vielen erg op. Volwassen exemplaren kleuren donkergroen, bruingrijs of aan de bovenzijde blauw en aan de onderzijde wit.

Normaal komen deze giftige vissen wereldwijd voor in de tropische en subtropische delen van de oostelijke Atlantische Oceaan. De dichtstbijzijnde vindplaatsen liggen aan de zuidwestkusten van de Britse eilanden en het Franse Bretagne. Nu kun je deze Britse en Franse wateren nauwelijks subtropisch noemen en dat klopt, want uit de literatuur blijkt dat de hazenkopvis ook genoegen neemt met gematigde watertemperaturen. We hebben een lange en warme zomer achter de rug en de zeewatertemperatuur is lange tijd hoger dan normaal gebleven. Vermoedelijk heeft deze hazenkopvis gemeend dat het Nederlandse deel van de Noordzee toch aantrekkelijk genoeg moest zijn.

Sommigen zullen u nu vast gaan vertellen dat dit enkele exemplaar uit koers in geraakt en per ongeluk in onze territoriale wateren verzeild is geraakt. Neem maar van mij aan dat, als er eentje geloofde dat het hier aangenaam toeven was, er meerdere zullen zijn. Dat is geen goed nieuws, want ook deze kogelvis is in het bezit van het potentieel dodelijke neurotoxine tetrodotoxine. Symptomen van intoxicatie zijn overmatig plassen, kwijlen, braken, diarree, afwezigheid van peesreflexen, fasciculatie (kleine spierspasmen), lethargie, ataxie (evenwichtsstoornissen), oplopende progressieve verlamming en kortademigheid.

Dat betekent dat vanaf nu een gezellige wandeling met uw kinderen op het strand minder ongedwongen kan plaatsvinden. Doordat meeuwen de aangespoelde dieren zullen aanvreten kan het gif, dat voornamelijk in de lever en de eierstokken zit, vrijkomen. Het eventjes aanraken van de vis levert dus al een mogelijke vergiftiging op.

Overigens komt een broertje van de hazenkopvis, de silver-cheeked toadfish ofwel de 'zilvergewangde paddenvis' (Lagocephalus sceleratus), in toenemende mate in de Middellandse Zee voor. Het is het gevolg van de opening van het Suezkanaal.